Sterren
donker wordt
door licht verkracht
sterren frezen
gaatjes in de hemel
stadslicht twinkelt
zonder kracht
duister heeft
maar kort geleden
randje stad,
de avond rust
drukte wordt door
platteland gesust
als lichten
zijn verschoten
schijnt sterrenpracht
met magnifieke kracht
grootsheid
maakt je klein
laat je reiken
in gedachten
naar machten
die krachten
beheersen, die de
mens is vergeten
in zijn jacht
op leven
Mond
hart en handen
gaf ik je straalde
als je nam ogen die
nog mooier keken toen
je heel dicht bij mij kwam
je kent me beter
dan ik dacht lachte
keek en koos mijn mond
lippen strelend zacht een
smaak die heerlijk was
mijn zwakke plek
recht naar mijn hart
gevormd door tegenslagen
ik vocht, beet van me af Mijn
mond verwoordde onbehagen
een smalle streep
van woede en verdriet
een schreeuw van pijn
omdat een ander niet begreep
dat ik, ook maar gewoon wou zijn
ik fluister lieve woordjes
in je oor. m’n mond praat
met geheimen lacht, door
je verwaaide haren heen.
je ogen duiken in de mijne
Jullie
breekbaar
oh zo teer
balancerend tussen
waan en zijn
kies ik voor jou
mijn keus was
reeds bepaald
door arrogantie
van het weten
van gekend talent
miskent door hen
die alles hadden
de site, de groep,
het zicht, de plicht om
mensen op te vangen.
hun eerste schreden te
overladen met kritiek
ze op het net te laten dwalen
richtingloos te laten balen
was onvergefelijk
talent moet ook
zijn kansen grijpen om
in goede sfeer te rijpen
de muze weer te laten spelen
verdient de hulp van velen
Kom, ga mee
kom, ga mee,
dagen zijn zo saai
ze lijken leuk en mooi
maar hangen aan elkaar
van moeten en cliche’s
kom, ga mee
want dadelijk gaat zon de maan
te lijf en veegt de sterren weg.
verdrinkt de oceaan de zee
en worden bossen platgelegd.
kom, ga mee
we stormen en weerlichten,
donderen en buien zwichten
voor geweld van onderuit.
onderhuidse woede wordt geuit
kom, ga mee
de wijde wereld in
we raken van de weg
de wijs niet kwijt
we gaan er tegen in
kom, ga mee
janken, huilen van verdriet
een ander zien we niet
die rotter leeft dan wij
even helpen is er dan niet bij
kom, ga mee
ik zie de hemel
door de poorten van de hel.
lopen op het pad van vagevuur
is branden, uur na uur
Voor
ogen
als groene lentekleuren
lentekleuren
in verrassende zachtheid
zachtheid
die uitstraalt naar mij
haren
zo blond en speels
speels
als liefde in jonge mensen
mensen
samen, niets anders te wensen
lippen
als dauwende rozen
rozen
met een felheid aan kleur
kleur
kleur als vuur van de liefde
jij
bent als bloesem
bloesem
die geurt uit het hart
hart
dat klopt voor ons twee
dromen
zijn stille verlangens
verlangens
van twee zijn naar een
een
en nooit meer alleen
Copyright © Wil Melker