
het kindeke
is God voor mij
mijn stal was
driehoog achter ik kreeg
het kind van een verkrachter
geen stro en beest want zo
geboren worden is geen feest
ze waren met z'n achten
er was toen geen bij nachten
de hotels waren te duur
ze pakten mij kwam weer bij
tegen een binnenplaatsmuur
de koningen van verre
hun sterren moest ik tellen
maar die van Bethlehem
was er niet bij, alleen het
kindeke is God voor mij
wil melker
blijheid tintelde van pijn
ik rook weer Sinterklaas
zag hoe grijze lucht de zee
versneeuwde aan de einder
de maan verdrong
oktoberzon en scheen
voor even door de bomen
een vleug herinnering
van beelden die versluimeren
de herfst op een wandeling
we aten chocola in letters
je was zo zacht en smolt
omdat je in mijn armen lag
ik proefde je op smaak
was feest in zachte tonen
je opende met handen en je geest
ons kerst was samenzijn
in het vuurwerk van nieuwjaar
kusten we elkaar tot paar
ik ben bij jou geweest
het haardvuur vlamde in de wijn
hitte in de geur van dekens
de tekens van gelukkig zijn
regenden de koude uit het afscheid
mijn blijheid tintelde van pijn
wil melker
in de stilste nacht
in de stilste nacht
van korte dagen
spreken vragen luider
in verhaal een taal
die dwingend is
die handenwringend
schrijnt omdat er nooit
een oplossing verschijnt
die draagbaar is
voor beide kanten
ook de kribbe had
daarmee te kampen want
in het onbevlekt ontvangen
van Maria nam ook Jozef
zijn gereedschap mee
ik zag die witte duif in
Bethlehems ster verdwalen
ze oogde licht op velden
waar herders bij nachten de kou
met hun schaapjes verzachtten
ik wacht de lente af
laat de wende keren
met alles wat ik heb
ga ik proberen van de
tsunami in mezelf te leren
wil melker

of is Gods geboorte heel
gewoon
de boom rijst
uit een oceaan vol pakjes
en glinstert ieders droom
het licht valt op de ballen
en sopranen schallen weer
hun kerstgroet door de stille nacht
de goudvis zwemt door al
die pracht en lokt met soepeltjes
bewegen emoties en de vredeszegen
naar het heidens feest der
winterwende dat de oudheid al eonen
kende als de viering van het nieuwe jaar
moet de boom nou van de troon
om samen in het kribbetje te kijken
of is Gods geboorte heel gewoon
wil melker

de mistletoe van toen
je vliegt weer kerst
in witte duiven
nog zonder takjes
naar hun schone ruiven
ik zag ze duiken
in het blijvend groen
ze aten bessen uit
de mistletoe van toen
geef mij maar zo
die zoen waar jij
op zit te broeden
het nest komt later wel
vergeet die takkenzooi
en maak met mij
vandaag het leven mooi
de tijd gaat al zo snel
wil melker
|